Inleiding

Een nieuwe raadsperiode, een nieuw college en nu ook een nieuwe begroting. Met enthousiasme hebben de voornemens uit het programma op hoofdlijnen “Veere breed verbinden” een plek gekregen in de begroting. Er zijn keuzes gemaakt voor het komende jaar en er wordt een doorkijk gegeven naar de jaren erna. In de begroting houden we ook rekening met wat er om ons heen gebeurt.

Er zijn op dit moment vele onzekerheden, waarbij we één ding wel zeker weten: de druk is groot. Na de coronacrisis van de afgelopen twee jaar, zien we nu steeds grotere uitdagingen op gebieden als wonen, energie, financiën en klimaat. En de gevolgen daarvan voor onze inwoners.

Verder kunnen we ook noemen de opvang van ontheemde Oekraïners, de asielcrisis, de stikstofdiscussie en de problemen rondom de bestaanszekerheid van inwoners door de hoge gas- en elektriciteitsprijzen, waar gemeenten samen met andere overheden gezamenlijk voor aan de lat staan.

Ondanks de onzekerheid, misschien wel juist daardoor, willen we als Veere vooruitgang boeken. We hebben ambities om onze gemeente mooier te maken en om inwoners die dat nodig hebben te ondersteunen. Om ondernemers te laten floreren en om het klimaat te ontzien. Om mensen fijn te laten wonen, werken en recreëren zoals zij dat willen.

Ambities hoeven niet altijd geld te kosten, maar vaak is dat wel een voorwaarde voor succes. Gelukkig is de gemeente Veere financieel stabiel. Het structurele begrotingssaldo is positief en er is voldoende ruimte om investeringen te doen. Tegelijkertijd moeten we voorzichtig zijn.

Net als alle andere gemeenten, zijn we voor een groot deel van onze inkomsten afhankelijk van de Rijksoverheid. Bovendien kunnen nieuwe ontwikkelingen snel op ons af komen en veel van ons vergen. Onze financiële positie, zeker op de lange termijn, is dus niet alleen afhankelijk van ons eigen handelen. Maar we doen wat mogelijk is om te werken aan een mooie toekomst. Dat doen we niet alleen, maar in verbinding met de raad, de inwoners, de ondernemers en alle andere actieve partners in de gemeente. We hebben er vertrouwen in dat we in 2023 samen stappen kunnen zetten naar een nog beter Veere.

De programmabegroting bevat alle plannen voor het komende jaar en de financiering die daarbij hoort. In deze begroting zijn onder andere de effecten voor de uitkering uit het gemeentefonds en het programma op hoofdlijnen verwerkt. De begroting is tot en met 2026 in principe sluitend en geeft positief saldo. Daarmee voldoen we aan de vereisten van de toezichthouder. Daarbij heeft het Rijk geholpen door een eenmalige rijksbijdrage voor alle gemeenten van € 1 miljard in 2026.

Met de huidige inzichten voorzien we na 2026 een groot negatief begrotingssaldo. Als dit zo blijft bestaan kan dit grote financiële consequenties hebben en mogelijk leiden tot bezuinigingen. De kans dat dit zich in die mate voordoet achten we niet reëel. Het is belangrijk dat er een structurele oplossing komt voor deze terugval na 2026. Het kabinet ziet die noodzaak ook en gaat hierover in gesprek met de VNG. Pas na een structurele afspraak kunnen gemeenten weer investeren in zaken voor de langere termijn en werken aan oplossingen voor de grote opgaven.

Financieel beeld
In het financieel perspectief 2023 – 2026 is samengevat het volgende beeld gepresenteerd:

Saldo meerjarenramingen (FP)

2023

2024

2025

2026

Financiële ruimte financieel perspectief (A)

     3.412

     4.596

      5.751

   2.830

Hogere/nieuwe uitgaven:

 

 

 

 

Speerpunten (1.1 tot en met 1.6)

    1.785

     1.395

      1.578

    1.578

Programma's (2.1 tot en met 2.10)

      1.399

     1.050

      1.115

    1.252

totaal hogere/nieuwe uitgaven

     3.184

    2.445

     2.693

   2.830

waarvan:

 

 

 

 

1. structureel (B)

     2.362

     2.281

     2.641

    2.830

2. incidenteel (C)

        822

        164

         52

  

Structureel saldo financieel perspectief (A-B)

    1.050

    2.315

   3.110

           -  

Tabel: saldo financieel perspectief 2023-2026 (bedragen x € 1.000).

De nieuwe/hogere uitgaven zoals hiervoor genoemd bij speerpunten en programma’s zijn verwerkt in de begroting 2023.

Het incidentele deel hierin (€ 1.038.000) dekken we uit het saldo van de 1e bestuurs-rapportage 2022. Technisch loopt dit via de algemene reserve.

 

In de begroting 2023 zijn aanvullend de volgende mutaties verwerkt:

Saldo meerjarenramingen (begroting 2023)

2023

2024

2025

2026

1. Personeelskosten

      - 387

     -  466

     - 203

    - 203

2. Verbonden partijen

      - 449

    -   437

     - 431

    - 437

3. Prioriteiten 2023-2026

        - 80

        - 50

       - 25

      - 25

4. Kapitaallasten

        402

          28

      -147

      - 89

5. Septembercirculaire 2022

        609

        183

      -137

      673

6. Overige mutaties

        - 45

        231

       230

      344

7. Reservering loon- en prijsontwikkeling

    -   234

      - 250

     - 250 

   -263

Saldo meerjarenramingen

     1.100

     1.554

    2.147

     0

Tabel: saldo meerjarenramingen 2023-2026 (bedragen x € 1.000).

 

Toelichting:

  1. Dit betreft het (aanvullend) opnemen van structurele formatie in de begroting en incidenteel budget in 2023 voor de vervanging van de directeur. De formatie betreft o.a. 1 fte vergunningverlener en 1 fte kernambtenaar.
  2. Dit betreft nagekomen structurele mutaties in de bijdragen 2023 aan de Zeeuwse Muziekschool, de Samenwerking Belastingen, de GGD en Orionis. Voor de GGD en Orionis nemen we dit op vooruitlopend op de betreffende begrotingswijzigingen voor 2023 die nog aan de orde moeten komen in de gemeenteraad.
  3. Er zijn incidentele budgetten geraamd voor laadpalen (2 x € 25.000), het uitbesteden van een nieuw beleidsplan begraven (€ 30.000) en verhogen van structureel budget voor werving en selectie (zie ook 2e bestuursrapportage 2022).
  4. De raming van de kapitaallasten is gecorrigeerd, op basis van de uitvoerings-planning. Op grond van de financieringsbehoefte en de marktontwikkelingen is de raming van de rente geactualiseerd.
  5. De gevolgen van de septembercirculaire 2022 voor de uitkering uit het gemeente-fonds zijn doorgerekend en verwerkt. Voor een toelichting zie het raadsvoorstel bij de begroting 2023.
  6. Dit zijn overige mutaties. De belangrijkste mutatie is een bijstelling van het Dividend GBE Aqua (+ € 196.000 in 2023 aflopend naar + € 76.000 in 2026).
  7. Gelet op de ontwikkeling van de inflatie op dit moment vinden we het verstandig om naast de reguliere loon en prijsstijgingen van respectievelijk 3,3% en 4,9%   een extra reservering op te nemen voor loon- en prijsontwikkeling.

 

Het saldo in 2023 bedraagt € 1,1 miljoen en is bestemd:

  1. voor ondersteuning van minima bij verduurzaming ad € 600.000.
  2. om te bestemmen door de gemeenteraad ad € 500.000. Voor het voorstel van het college verwijzen we naar het raadsvoorstel bij de begroting 2023.

 

Structureel begrotingssaldo
Hieronder treft u een overzicht aan waarin we weergeven of de begroting en meerjaren-ramingen structureel in evenwicht zijn.  

  1. Saldo van baten en lasten: betreft het saldo van de regel 'geraamd totaal van baten en lasten' uit het overzicht van baten en lasten.
  2. Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves: betreft het saldo van de regel 'reserves' uit het overzicht van baten en lasten minus het in het raadsvoorstel gepresenteerde resultaat van de begroting 2023-2026.
  3. Begrotingsresultaat na bestemming: het in het raadsvoorstel gepresenteerde resultaat van de begroting 2023-2026.
  4. Waarvan incidentele baten en lasten (saldo): betreft het totaalsaldo van de incidentele baten en lasten zoals gepresenteerd in het 'overzicht van incidentele baten en lasten'.
  5. Structureel begrotingssaldo: het zuivere structurele begrotingssaldo. Een positief geval betekent een overschot.

 

Structureel begrotingssaldo

2023

2024

2025

2026

 

1

Saldo van baten en lasten

-138

1.358

1.759

-262

 

2

Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves

1.238

196

388

262

+

3

Begrotingsresultaat na bestemming

1.100

1.554

2.147

0

 

4

Waarvan incidentele baten en lasten (saldo)

-923

-427

-166

25

-/-

5

Structureel begrotingssaldo

2.023

1.981

2.313

-25

 

Tabel: structureel begrotingssaldo (bedragen x € 1.000)

 

Reservepositie
De reservepositie ziet er als volgt uit. In deze cijfers is rekening met alle voorstellen in deze begroting.

 

Reserves (per 31-12)

2022

2023

2024

2025

2026

Algemene reserve

       17.240

     16.194

     16.269

    16.255

      16.334

Bestemmingsreserves

       13.940

     13.748

     13.478

     13.103

      12.763

totaal reserves

    31.180

    29.942

    29.747

    29.358

     29.097

Tabel: reserves 2023-2026 (bedragen x € 1.000).

Voor meer toelichting verwijzen we naar de programma’s in de programmabegroting en de financiële begroting.