Paragraaf financiering

Inleiding
In deze paragraaf wordt ingegaan op het risicobeheer van de financieringsportefeuille. Meer concreet gaat het om financiering van het beleid tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden, zorgen voor voldoende liquide middelen en daarbij afdekken van rente- en kredietrisico’s. Het treasury beleid van de gemeente Veere is gericht op de ondersteuning van de publieke taak van de gemeente en heeft een risicomijdend en voorzichtig karakter.

 

Financiering
Voor een tekort aan liquide middelen moet de gemeente kort of lang geld aantrekken, omdat rood staan op onze bankrekening boven € 5.000.000 duur is (exedentrente). 
Het financieringsbeleid is er op gericht geweest zo lang mogelijk met ‘kort geld’ te financieren. In 2023 is er geen noodzaak geweest om kasgeldleningen aan te trekken. Dit komt voornamelijk doordat er langlopende geldleningen zijn afgesloten.
 
In mei 2021 zijn een 5-tal langlopende geldleningen afgesloten voor de geplande investeringen in maatschappelijke voorzieningen. Hierdoor is het aantrekken van maandelijkse kasgeldleningen niet van toepassing geweest in 2023.

Er zijn geen renteherzieningen geweest in 2023.
 
Onderstaande tabel geeft het effect weer van de reguliere aflossing op de gemiddelde rente van de leningenportefeuille.

Mutaties in leningen portefeuille (bedragen x € 1.000) Bedrag Gemiddelde rente
Stand per 1 januari 2023 leningenportefeuille 64.754 1,02%
Nieuwe leningen 8.000  
Reguliere aflossingen 2.276  
Vervroegde aflossingen 0  
Rente herzieningen 0  
Stand per 31 december 2023 leningenportefeuille 70.478 0,99%

Kasgeldlimiet
De norm van de kasgeldlimiet is in de wet gesteld op 8,5% van het begrotingstotaal aan lasten. De kasgeldlimiet voor 2023 bedroeg € 6.923.000.
Er is in 2023 geen gebruik gemaakt van het aantrekken van kasgeldleningen. Door het aantrekken van gelden voor langere termijn, zijn er met ingang van juni 2021 geen kasgeldleningen meer aangetrokken. 

 

Realisatie kasgeldlimiet per kwartaal 2023 (bedragen x € 1.000)

 1e kwartaal

 2e kwartaal

 3e kwartaal

 4e kwartaal

 

Omvang begroting per 1 januari 2023 (lasten exclusief reserves)

 €     81.451

 €     81.451

 €     81.451

 €     81.451

1)

Toegestane kasgeldlimiet

 

 

 

 

 

- in procenten

8,5%

8,5%

8,5%

8,5%

 

- in bedrag

 €        6.923

 €        6.923

 €        6.923

 €        6.923

 

 

 

 

 

 

2)

Omvang vlottende korte schuld

 

 

 

 

 

- opgenomen gelden korter dan 1 jaar

 €                   -

 €                   -

 €                   -

 €                   -

 

- schuld in rekening-courant

 €                   -

€                   -

€                   -

 €                   -

 

- gestorte gelden door derden korter dan 1 jaar

 €                   -

 €                   -

 €                   -

 €                   -

 

- overige geldleningen niet zijnde vaste schuld

 €                   -

 €                   -

 €                   -

 €                   -

 

 

 €                   -

€                  -

 €                   -

€                   -

3)

Vlottende middelen

 

 

 

 

 

- contante gelden in kas

 €                  7

 €                  6

 €                  6

 €                 5

 

- tegoeden in rekening-courant

 €            504

 €            464

 €        1.255

 €           591

 

- overige uitstaande gelden korter dan 1 jaar

 €                   -

€                   -

 €                   -

€                  -

 

 

  €            511

  €            470

  €        1.261

 €           596

4)

Toets kasgeldlimiet

 

 

 

 

 

Totaal netto vlottende schuld (2-3)

 €           -511

 €          -470

 €       -1.261

 €         -596

 

Toegestane kasgeldlimiet (1)

 €         6.923

 €         6.923

 €         6.923

 €      6.923

 

Ruimte (+)/overschrijding (-); (1-4)

 €         7.434

 €         7.393

 €         8.184

 €      7.519

 

Renterisiconorm
Het uitgangspunt van de renterisiconorm is het beheersen van de renterisico’s op langlopende geldleningen. Dit gebeurt door het aanbrengen van spreiding in de looptijden van de leningen. Hiermee wordt voorkomen dat een groot deel van de leningen tegelijk opnieuw moeten worden afgesloten met het risico van snel oplopende rentelasten. 

 
In de Wet Fido is een norm gegeven voor de omvang van het renterisico. De renterisiconorm is een percentage van het begrotingstotaal. De wetgever heeft bepaald dat in een jaar voor maximaal 20% onderhevig mag zijn aan renteherziening en herfinanciering. Op een begrotingstotaal van € 81.451.000 bedraagt de renterisiconorm € 16.290.200. De ruimte onder de renterisiconorm bedraagt voor 2023: € 14.014.000.

Renterisico vaste schuld over 2023  
  Begroting Rekening
Berekening (bedragen x € 1.000) 2023 2023
Renteherziening op vaste schuld o/g - -
Aflossingen 2.276 2.276
Renterisico 2.276 2.276
Renterisiconorm 16.290 16.290
Ruimte onder renterisiconorm 14.014 14.014
Overschrijding renterisiconorm - -
     
Berekening renterisiconorm    
Begrotingstotaal 81.451 81.451
Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 20% 20%
Renterisiconorm 16.290 16.290

Uit bovenstaande tabel blijkt dat onze gemeente ruim binnen de renterisiconorm blijft.

Kredietrisiconorm

In onderstaand overzicht wordt het kredietrisico op verstrekte gelden weergegeven. Bij het uitzetten van middelen zijn ieder geval twee aspecten in het geding. Dit zijn een voldoende kredietwaardigheid van de tegenpartij en een beperkt marktrisico.

Overige instellingen zijn de stortingen in het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting(SVn). SVn ontwikkelt, beheert en verstrekt aantrekkelijke leningen voor het kopen, verduurzamen en verbeteren van woningen en bedrijfsruimten.

De restant schuld onder woningcorporaties betreft een langlopende geldlening aan de Stichting Zeeuwland. Op deze lening wordt jaarlijks afgelost. Het rentepercentage van deze lening bedraagt 3,95%. Het laatste jaar van aflossing is 2051.

 

 Kredietrisico op verstrekte gelden (bedragen x € 1.000)

 

 

Risicogroep

Hypothecaire zekerheid

Restant schuld in € 1.000

%

Lokale verenigingen/stichtingen

neen

                    10

0,16

Overige instellingen

ja/neen

                3.013

48,81

Woningcorporaties

neen

              3.150

51,03

Totaal

 

              6.173

100,00

 

Schatkistbankieren 
De Wet HOF (Houdbare overheidsfinanciën) verplicht publieke instellingen al hun liquide middelen (boven drempelbedragen) die niet direct nodig zijn voor het uitvoeren van hun publieke taak aan te houden bij het ministerie van Financiën.

De hoogte van het drempelbedrag hangt af van omvang van de begroting. 
Voor 2023 geldt: tot een begrotingstotaal van € 500 miljoen is het drempelbedrag bepaald op 2% met een minimum van € 1.000.000.

Voor Veere was het drempelbedrag in 2023: 

2% x € 81.451.000 = € 1.629.020. 

Ten gevolge van de verplichting van schatkistbankieren lopen wij geen debiteurenrisico meer. Onder debiteurenrisico wordt hier verstaan het risico dat uitgezette geldleningen niet worden terugontvangen van marktpartijen.

Rentebaten Schatkistbankieren
Door het aangaan van een 5-tal langlopende leningen ter waarde van € 37.000.000 is er voldoende liquide middelen aanwezig. Een deel van de projecten uit fase 1 van de maatschappelijke voorzieningen moeten nog tot uitvoering komen. Daarnaast zijn er de afgelopen jaren rekeningoverschotten en tussentijdse resultaten gepresenteerd.  

Per 1-1-2023 was het saldo € 28.509.360,56 en op 31-12-2023 is het saldo € 37.158.667,36. In 2023 is het laatste deel van de leningen ontvangen ter waarde van € 8.000.000.

Over het bedrag wat in de Schatkist staat, wordt rente ontvangen. Dit begon met een rentepercentage van 1,9% op 1-1-2023 en is gestegen naar 3,9% per 31-12-2023.

In 2023 is er in totaal over het saldo van de Schatkistbankieren een bedrag van € 890.483,33 aan rentebaten ontvangen.  

Renteschema
In onderstaand schema geven we inzicht in de rentelasten van externe financiering, het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening.

a.

De externe rentelasten over de korte en lange financiering

 

 

 

€      672.632

b.

De externe rentebaten (idem)

 

 

 -/-

€  1.018.547

 

Saldo rentelasten en baten

 

 

 

€     -345.915

c1.

De rente die aan de grondexploitatie moet worden toegerekend

  -/-

 € 38.920

 

 

c2.

De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend

  -/-

 € 51.978

 

 

c3.

De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken (=projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend

   +

€          -

 

 

 

Aan taakvelden toe te rekenen externe rente

 

 

 

€        -90.898

d1.

Rente over eigen vermogen

 

 

 +

€              -

d2.

Rente over voorzieningen

 

 

 +

€              -

 

Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente

 

 

 

€     -436.813

e.

De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag 0,75% afgerond)

  -/-

 

 

€             -

f.

Renteresultaat op het taakveld Treasury

 

 

 

€     -436.813