We vergelijken de werkelijke klantaantallen en kosten jeugdzorg en Wmo met de raming. Het verschil analyseren en verklaren we. Op deze manier kunnen we gericht bijsturen. We verzamelen ook gegevens van preventieve activiteiten. Deze betrekken we bij de analyse, met als centrale vragen: 
1. Leidt meer inzet op preventie tot een daling van het beroep op zorg? 
2. Welke preventieve maatregelen zijn effectief? 
3. Hoe kunnen preventieve activiteiten en zorg elkaar versterken? 
We schatten vervolgens het toekomstige beroep op zorg in.

In 2024 vullen we de rapportage aan met onderwijs, vanwege de sterke connectie tussen onderwijs en jeugdzorg. Denk daarbij aan het onderwijsachterstandenbeleid (OAB), waarbij voor- en vroegschoolse educatie (VVE) zeer belangrijk is. Door de inzichten van onderwijs en jeugdhulp aan elkaar te linken, verwachten we ook de gezamenlijke opgaven en kansen beter in beeld te krijgen. Ook voor sport en cultuur stellen we waardevolle indicatoren op. Het gaat daarbij altijd om indicatoren die inzicht geven in preventie.

Orionis wordt niet meegenomen in deze rapportages. Dit omdat de raad apart wordt geïnformeerd over de ontwikkelingen rond Orionis. Wel wordt beleidsmatig zoveel mogelijk verbinding gezocht tussen Orionis en de andere aspecten van het Sociaal domein.