Programmabegroting 2024

Veere breed verbinden!

Het beleid en de financiën van gemeenten worden beïnvloed door constant veranderende maatschappelijke ontwikkelingen. In het bijzonder de oorlog in Oekraïne heeft impact. Het leidt tot een vluchtelingenstroom en de uitdaging voor gemeenten om voor voldoende opvang te zorgen. Ook heeft de oorlog impact op de economie. Denk aan de gestegen energiekosten als een aanjager van de inflatie en schaarste van materiaal waardoor projecten vertraging oplopen. Daarnaast laat de coronacrisis nog haar sporen na. Als laatste noemen we de krapte op de arbeidsmarkt, welke impact heeft op de economie en de eigen organisatie. Naast deze maatschappelijke en economische onzekerheden zijn het ook op financieel gebied ongewisse tijden voor gemeenten.

Een andere opvallende ontwikkeling is dat de Nederlandse gemeenten in 2022 minder geld uitgaven dan er beschikbaar was: in totaal € 3,9 miljard, ongeveer € 229 per inwoner. Dit neemt de grote zorgen over de structurele financiële situatie van gemeenten vanaf 2026 niet weg. Een belangrijke oorzaak voor het overschot op de jaarrekeningen ligt in extra middelen die gemeenten van het rijk hebben gekregen, bijvoorbeeld voor de opvang van vluchtelingen en compensatie voor de stijging van lonen en prijzen. Omdat dat geld pas laat in het jaar (soms zelfs pas in december) beschikbaar komt, kunnen gemeenten dat niet in het lopende jaar uitgeven en schuift dit dus door naar het volgende jaar. Onderzoek van COELO liet eerder al zien dat dit steeds vaker voorkomt en gemeenten belemmert om een goede begroting op te stellen.

In het financieel perspectief zijn we al ingegaan op deze onzekerheden. De duidelijkheid over de bijdrage van het Rijk laat ook langer op zich wachten. Het onderwerp ‘Financiën decentrale overheden’ is controversieel verklaard. Een oplossing voor het ‘ravijnjaar’ zal er voorlopig niet komen.

We presenteren nu, zoals door de VNG is geadviseerd, een reële begroting op basis van het huidige takenpakket en voorzieningenniveau, inclusief de noodzakelijke investeringen om deze voorzieningen in stand te houden. Dit betekent voor 2024 en 2025 een sluitende begroting en in de jaren daarna een tekort. Door vanaf 2026 (bewust) een tekort te presenteren op basis van een reële begroting geven gemeenten het signaal af dat middelen en taken niet meer in balans zijn. De provinciale toezichthouder gaat ook mee in het advies van de VNG. Als een gemeente een sluitende begroting 2024 vaststelt ook al laat de meerjarenraming door het ‘ravijnjaar’ vanaf 2026 wel een tekort zien, zal de provincie dus geen preventief toezicht instellen. Het is vanzelfsprekend als er geen oplossing komt voor het ravijnjaar dat we tijdig moeten anticiperen voor een sluitende begroting 2026.