Inleiding
Voor u ligt het financieel perspectief voor 2025-2028. We stellen dit document jaarlijks op met daarin de belangrijkste uitgangspunten en kaders die nodig zijn om de programmabegroting te maken. De gemeenteraad stelt het financieel perspectief vast en zo wordt op hoofdlijnen duidelijk welke middelen beschikbaar zijn en hoe we omgaan met financiële onzekerheden en diverse beleidsvoornemens. In de programmabegroting werken we de plannen voor het komende jaar uit, wat die plannen kosten en welke inkomsten we verwachten. Het vrijgeven van de budgetten voor de uitvoering vindt plaats bij het vaststellen van de programmabegroting 2025.
Onzekerheid over gemeentefinanciën
We zijn inmiddels halverwege de collegeperiode en op schema met ons programma op hoofdlijnen ‘Veere breed verbinden’ en de opgaven voor Veere. Dit betreft opgaven op het gebied van wonen, mobiliteit, economie, leefbaarheid, duurzaamheid en omgevingsplannen.
Dit doen we in een financieel speelveld met (nog steeds) veel onzekerheid vanuit het Rijk over de gemeentefinanciën.
Het Rijk heeft met gemeenten en provinciën afspraken gemaakt over hun financiën. Een stabiele en beter beheersbare financiering voor de komende jaren moet daar aan bijdragen. Er is onder andere afgesproken dat vanaf 2026 de oploop van de opschalingskorting definitief wordt geschrapt. Verder is besloten om de nieuwe financieringssystematiek (bbp-systematiek) al vanaf dit jaar in te voeren. De financiering wordt zo stabieler. Er zijn ook afspraken gemaakt over een rechtvaardige risicoverdeling voor de Wmo door heldere afspraken over indexering en aparte fondsvorming, indexering van zorgkosten en een opschoonactie voor specifieke uitkeringen. Het kabinet vraagt hiervoor een prijs van gemeenten: in 2025 wordt het gemeentefonds eenmalig € 675 miljoen lager vastgesteld.
Taken en middelen zijn nog niet in balans
Volgens de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) is er een betekenisvolle stap gezet, maar dat de structurele financiële problemen van gemeenten daarmee nog niet zijn opgelost. Het VNG-bestuur wil de resolutie om te komen tot een goede financiële uitgangspositie én om als gemeenten een stap naar voren te zetten in het belang van onze inwoners, onverkort voortzetten. Als taken en middelen na de kabinetsformatie onvoldoende in balans zijn legt het bestuur een passende escalatiestrategie voor aan de leden.
De meerjarenramingen laten tekorten zien
In lijn met afgelopen jaar stellen we voor 2025 een reële begroting op. Die is gebaseerd op de bestaande taken, het bestaand beleid en inclusief de noodzakelijke investeringen om voorzieningen in stand te houden. Voor 2025 is er volgens de huidige inzichten nog sprake van een sluitende begroting, maar vanaf 2026 is er sprake van een tekort van € 1,3 miljoen.
Het algemene beeld is dat gemeenten, omdat de taken en middelen niet in balans zijn, in de meerjarenramingen een tekort hebben ('ravijnjaren'). Tegelijk is er sprake van grote overschotten in jaarrekeningen en toenemende reserves. Dit maakt dat we in de komende begroting de uitgaven scherper gaan begroten. We verwachten dat we eventuele overschrijdingen van budgetten kunnen opvangen binnen de begroting. Als die ruimte ontbreekt, is het weerstandsvermogen ruim voldoende om tegenvallers op te vangen.
Er is nog geen aanleiding tot bezuinigen
We zien voor de begroting nog meer onzekerheden. Wat levert de kabinetsformatie op voor de gemeentefinanciën? Wat betekent het onderzoek naar de eigen inkomsten voor Veere? Wat is het resultaat van de komende meicirculaire?
Zodra daar meer over bekend is brengen we de gevolgen voor de begroting 2025 in beeld. Afhankelijk van die uitkomsten bekijken we op welke wijze we de begroting structureel sluitend kunnen krijgen. We zien op dit moment nog geen aanleiding tot bezuinigen. Bij de begroting 2025 komen we met een plan. Daarin nemen we ook de opties mee die de (provinciale) toezichthouder toestaat, zoals het (structureel) inzetten van de algemene reserve en het dividend Zeeuwse Energie Houdstermaatschappij (ZEH).
We pakken de boeggolf aan
Na de slotwijziging 2023 zijn we aan de slag gegaan met de boeggolf. De voortdurende groei van deze post willen we afvlakken. Met andere woorden: we maken af waar we mee begonnen zijn. We hebben daartoe een analyse gemaakt en in beeld gebracht dat van de totale boeggolf (€ 6,5 miljoen) circa 60% (€ 4 miljoen) bestaat uit harde verplichtingen door afspraken, overeenkomsten en subsidieverplichtingen. De verwachting is dat op een enkele uitzondering na, deze verplichtingen in 2024 gerealiseerd zijn. Van het resterende deel is voor een bedrag van € 2,4 miljoen een meer concrete planning gemaakt en een bedrag van € 0,1 miljoen kan vrij vallen in de 1e bestuursrapportage 2024. Kort na de zomer nemen we de boeggolf weer onder de loep. Zo borgen we dat de boeggolf meegenomen wordt in het opstellen van nieuwe realistische jaarplannen. In de 2e bestuursrapportage 2024 komen we hier op terug.
Leeswijzer
In het eerste deel van dit financieel perspectief ligt de nadruk op de inhoud. U leest een toelichting op de belangrijkste strategische thema’s en de grote opgaven voor Veere.
Verder zijn per begrotingsprogramma de belangrijkste financiële mutaties toegelicht. We richten ons in de toelichting alleen op de wijzigingen ten opzichte van de bestaande begroting.
In het tweede deel ligt de focus op de financiële positie van de gemeente. We geven hierin aan wat de begrotingsprogramma’s van ons vragen en welke budgetruimte nodig is. Tot slot gaan we in op wat dit alles betekent voor de woonlasten van de burger.
Domburg, juni 2024.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veere.